Praktijkvoorbeelden

 

 Joyce

Joyce (45) heeft last van chronische rugklachten door een slijtage van de lage rug. Ze is al bij verschillende hulpverleners geweest, maar de pijn wordt steeds erger en zij moet zich vaak ziekmelden omdat het niet meer gaat. In gesprek blijkt dat zij er moeite mee heeft te accepteren dat zij chronische rugpijn heeft. Een nacht dansen moet kunnen (ze is niet oud!) en soms neemt ze haar medicatie niet op tijd, waarna de pijn maakt dat haar spieren gaan verkrampen en er een negatieve spiraal ontstaat.

In een aantal sessies leert Joyce de pijn er te laten zijn in plaats van zich ertegen te verzetten. Met ademhalingsoefeningen kan zij meer ontspanning en ruimte creëren, waardoor de pijn minder intens wordt. Ook leert zij beter luisteren naar haar lijf: hoe kan ze het beste bewegen, zitten of staan, wat kan haar lijf aan en hoe kan ze dat voelen, hoe kan ze haar energie verdelen. Zeker zo belangrijk is werken aan de acceptatie dat zij een chronisch patiënt is, de boosheid hierover te verwerken en goed voor zichzelf en haar rug te zorgen. Slijtage van de rug is niet op wonderbaarlijke wijze te genezen. Maar Joyce kan er inmiddels wel beter mee leven.

 

 

Merel

Merel (17), een energieke atlete, heeft veel last van haar nek. Tijdens het onderzoek blijkt dat ze erg veel last heeft van spierspanning. Deze spierspanning zit niet alleen in haar nek, maar in haar hele lichaam. Dit verklaart ook haar blessuregevoeligheid, die regelmatig haar trainingsschema’s verstoort.

Uit gesprekken blijkt dat ze haar lat zowel letterlijk als figuurlijk te hoog legt. Alles moet perfect volgens Merel, waardoor ze zichzelf continu onder druk voelt staan en haar spanning niet los kan laten. Tijdens de behandelingen leert Merel door middel van ademhalingsoefeningen haar spierspanning los te laten. Ze leert zich te realiseren dat ze haar lat minder hoog moet leggen en om trots te zijn op de resultaten die ze behaalt.


Geert

Geert (68) heeft last van zijn rug. Hij kan zich niet goed bewegen, gaat de deur nauwelijks nog uit en eigenlijk hoeft dat voor hem ook niet meer. Hij heeft last van depressieve gevoelens. Na enkele gesprekken blijkt dat Geert letterlijk en figuurlijk niet meer in beweging kan komen. Ik verwijs hem door naar een psychiater voor begeleiding van zijn depressie.

Daarna zoeken we verder: wat heb je nodig om in beweging te komen, om toch op de fiets te stappen of te gaan tennissen? Vanuit de haptonomie werken we aan Geerts gevoel van eigenwaarde zodat hij het weer aandurft contact te maken met de buitenwereld. Als het besef groeit dat Geert het waard is om mee af te spreken en dat hij anderen daarvoor prima kan benaderen, wordt hij langzaam maar zeker steeds actiever. Vanuit de beweging krijgen de verkrampte spieren meer ruimte en kracht. Door de endorfines die het lichaam aanmaakt voelt Geert zich beter en kunnen de medicijnen worden afgebouwd. Geerts rugpijn verdwijnt na verloop van tijd.